top of page
frankwattenberg

Uitleg HWMK werkwijze

Bijgewerkt op: 14 nov. 2023



INLEIDING

Voor beheer is het van belang om te weten waar prioriteiten liggen, deze te visualiseren op een kaart en met filters inzichtelijk te maken. Het HWMK-model maakt dit mogelijk. De volgende vragen zijn hierbij relevant: Wat hebben we? Wat is onze ambitie? Wat willen we? Wat moeten we qua veiligheid? Wat kunnen we, gezien onze mensen en onze middelen/budget?


Hieronder wordt uitgelegd waar HWMK precies over gaat.


HEBBEN

Alle objecten, zoals riolering, verharding en groen, staan niet op zichzelf, maar vormen een samenhangend systeem. Dit systeem bestaat onder andere uit:

· Riool, put en een kolk

· Weg, trottoir en parkeerplaats

· Laan, boom en plantvak


De particuliere ruimte (woningen, bedrijven en winkels) vormen samen met de openbare ruimte onze leefomgeving. Hierbij dienen we rekening te houden met haar ondergronden, zoals:

· bodemvervuiling,

· archeologie,

· niet gesprongen explosieven,

· en grondwater.


Het HEBBEN bestaat dus uit objecten, die allen onderdeel uitmaken van systemen en behoren tot een omgeving.


Daarbij hebben objecten een eigen status, zoals restlevensduur, onderhoudsniveau en reinigingsfrequentie!


WILLEN

Op basis van deze status, willen wij als beheerders vanuit de technische waarde en andere stakeholders vanuit gebruikerswaarde of belevingswaarde onze openbare ruimte in stand houden. We maken hier de relaties zichtbaar vanuit:

· Techniek: bijvoorbeeld, vervangen riool integraal met de weg;

· Gebruik: bijvoorbeeld, een snelfietsroute combineren met herstructurering van een wijk;

· Beleving: bijvoorbeeld, wijziging van een 50km-zone in een 30km-zone en de kansen benutten om verdroging, vernatting en hittestress aan te pakken.


Voor alle objecten (wegen, groen en riolering) is het mogelijk om een WILLEN-kaart te maken. Dit is een kaart met daarop de korte-, midden, en lange termijnplanning van de voorgestelde beheermaatregelen voor alle objecten in de openbare en particuliere ruimte. Gecombineerd met mogelijke uitvoeringsrisico (bijvoorbeeld breukrisico’s: gres-, gietijzeren leidingen en glaspapierloodkabels) We gebruiken deze om te laten zien of er vanuit jouw discipline koppelkansen zijn bij projecten/gebeurtenissen. Hierbij wordt de input van de ene discipline omgezet naar een mogelijke integrale koppelkans bij of voor een andere discipline. Overeenstemming over de gekozen bandbreedte (bijvoorbeeld 10 jaar restlevensduur) om objecten in samenhang te vernieuwen is hierbij van belang.

De WILLEN-kaart werkt werkgrensverleggend en voorkomt scope-wijzigingen. Want andere beheerbehoeften binnen of net buiten de werkgrens worden vroegtijdig gesignaleerd en meegenomen.


MOETEN

Het kan voorkomen dat er geen gemeenschappelijk doel is, maar dat we een enkel object moeten vervangen, vanuit één discipline en op één locatie. Visualiseer deze locaties op een MOETEN-kaart. De beoordeling van een vakspecialist is van groot belang, want juist individuele vervangingsbehoeften kunnen leiden tot risico’s!


Niet vervangen de dag voordat het instort, maar op de meest kostendoelmatige dag.


KUNNEN

Bij integrale vervangingsbehoeftes, kunnen we via het integrale proces gezamenlijk met onze gebruikers (inwoners-bedrijven-winkels) bepalen welk gebied we het beste kunnen aanpakken. Dit doen we op basis van de categorieën Willen & Moeten én de beschikbare Mensen & Middelen (Kunnen).

KUNNEN aan de achterkant

Dit kunnen we vanuit de categorie MOETEN. Want via dit integrale proces kunnen we visualiseren welke stakeholders het meest effectief kunnen meeliften! Dit zien we als een koppelkans aan de achterkant. We dienen daarbij kritisch na te gaan of een beheermaatregel, zoals vaker inspecteren/monitoren, niet het risico kan wegnemen. Dit betekent namelijk dat we de locatie van de MOETEN-kaart verdwijnt en op de WILLEN-verschijnt.


KUNNEN aan de voorkant

Via een berekening kan van de WILLEN-kaart een kaart met de Integrale Technische Kwaliteit Openbare Ruimte worden gemaakt op buurt- of wijkniveau, KUNNEN aan de voorkant. Via dit integrale proces is het immers duidelijk welke buurten of wijken het meest efficiënt kunnen worden aangepakt. Integraliteit aan de voorkant!!


Deze integrale technische kwaliteit openbare ruimte kan dienen als input:

· Voor het gelijkmatig verdelen van de vervangingsgolf*;

· Gebruikerswaarde: energietransitie, woningopgave en omgevingswet;

· Belevingswaarde: leefbaarheid, sociale veiligheid en aantrekkelijkheid;


…….én natuurlijk andere maatschappelijke opgaven!!


*Vervangingsgolf: de vervangingsopgave én beperkte beschikbare onderhoudsbudgetten. Veel wijken en buurten zijn aangelegd in de jaren ’50 en ’60. Deze openbare ruimte en haar objecten naderen bijna het einde van de cyclussen, voor gebruik, beleving en techniek!

| Meer Willen, Minder Moeten |

441 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page